We verblijven op een camping vlak bij Sutton Hoo, een vindplaats van een belangrijke archeologische schat uit de tijd van de Vikingen. Ondanks het dreigende weer besluiten we lopend naar het museum te gaan. Het eerste markante punt is de kerktoren van het dorp Shottisham, waar de camping bij ligt.
Het is landbouwgebied en naar Engelse begrippen erg vlak. Dus lange rechte wegen. Elk dorp heeft zijn eigen “groot huis”. Dit huis, Wood Hall, is nu een hotel. De huizen in het dorp hoorden waarschijnlijk bij Wood Hall. Deze krijgt een nieuw dak.
Een schuur verschuilt zich achter een heuvel.
Verderop uitzicht over de rivier de Deben. Alle mooie stukjes zijn (gelukkig) in handen van de National Trust.
Het museum laat het graf zien waar alle kostbaarheden gevonden zijn. Bordjes maken wel duidelijk dat het om replica’s gaat. Begrijpelijk, maar toch wel jammer. Ook hier uitzicht op de rivier. De hele omgeving is een monument in eigendom van de National Trust. Bordje erbij, helemaal af.
Terug gaat het voetpad over een akker. Dan moet je als wandelaar dus over het veld. Dan had de boer het maar niet onder moeten ploegen. De omgeving rond het museum ritselt van de grafheuvels die zien we dan ook liggen.
Deze wandeling is ongeveer 18 km en volgt de public foothpaths. De track van de wandeling vind je hier.