Het is wel een tourist-trap. Maar dat weet je als je naar zo’n attractie gaat.
We starten met een loopje door het dorp en gaan dan zuidelijk het dorp uit. We maken een lus door de velden. Een belangrijk deel gaat over een dijkje. Aan de ene kant een kanaaltje, aan de andere kant de uiterwaarden van een rivier. En het loopt langzaam af. Eenmaal beneden lopen we weer omhoog naar het dorp en kiezen daar straten die we nog niet gehad hebben. Blijft mooi.
Dorp uit gaan we naar het noorden, de heuvels in. Eerst langs de begraafplaats (altijd boeiend) en dan omhoog. En het is een verrassend mooie wandeling. Deels door een kloof, naar een waterval (dat de beek droog staat, zou ook wat kunnen zeggen over de waterval..). en dan langs de hellingen verder omhoog. Je weet dat het recht omhoog gaat wanneer ook de voetpaden een haarspeld hebben. Dat werk. Maar een prachtige wandeling. Helaas laat een bos zich niet zo goed fotograferen.
Eenmaal boven gaat het over oude wegen weer terug naar beneden. Overigens, denk niet, het is een natuurgebied. Nee, het was een industriegebied. Langs de beek stonden om de kilometer watermolens, met industrie. En de weg naar beneden is gewoon aangelegd. Wel leuk om daar even bij stil te staan.
Eenmaal beneden blijkt het op de parkeerplaats aanzienlijk drukker, auto laten doorwaaien en weer op huis aan.
Deze wandeling is ongeveer 11km en volgt deels een GR en deels landweggetjes. De route die wij gelopen hebben vind je hier.